Gerard Cox: 'We hebben ons dat racisme allemaal laten aanlullen'
Gerard Cox is niet te spreken over de recente ontwikkelingen in het racismedebat. Zo maakt de acteur en cabaretier zich onder meer druk over het feit dat een klassieke sketch van Fawlty Towers met andere ogen wordt bekeken. Dat vertelt de 80-jarige artiest in een interview met De Telegraaf. “Je moet alles kunnen zeggen”, zegt Cox, die een oude grap van Wim Kan over Papoea’s aanhaalt. “Alle humor is gestoeld op relativering. Als dat niet een heel klein beetje pijnlijk was geweest, was het niet zo’n goeie geweest.”
“Dat racisme, dat hebben we ons allemaal maar laten aanlullen”, gaat Cox verder. “Witte mensen zijn opeens allemaal racist. Blank mag je niet meer zeggen, sinds een of ander trutje daar een boekje over heeft geschreven. Deze onzin komt allemaal uit Amerika, waar zeker van alles aan de hand is. En hier misschien ook wel, maar het is niet te vergelijken.”
‘Rutte is gek, Nederland is een paradijs’
Cox vult dat aan door te zeggen dat er misschien wel sprake is van “wat discriminatie” in ons land. “Dat bestaat op alle mogelijke fronten. Rutte, die zegt dat diep in onze samenleving systematisch racisme zit, is gek. Nederland is een paradijs. Perfect is het niet en zal het ook nooit worden. Maar volmaakter dan hier, vind je het nergens anders op de hele wereld.”
De komiek, die vroeg in zijn carrière onderdeel was van de satirische caberetgroep Lurelei, blikt zestig jaar terug in de tijd. “In de jaren zestig waren de taboes: God, Nederland en het koningshuis. Daar kwam je niet aan. Wij deden dat met Lurelei, met Eric Herfst, wél. Die taboes hebben we toen een beetje opgeruimd. Nu wordt alles discriminatie genoemd. We zijn 55 jaar verder, de samenleving zou inmiddels veel opener moeten zijn. Maar dat is-ie niet. Als John Cleese die sketch in Fawlty Towers niet meer mag doen, zijn we reddeloos verloren. Ik vind het ongelooflijk als je daar de humor niet van inziet.”
Terugblik op Toen was geluk heel gewoon
Cox is onder meer bekend door zijn rol als conservatieveling in de comedyserie Toen was geluk heel gewoon. “Er is een aflevering waarin Jaap Kooiman een zwarte buurman krijgt”, vertelt Cox. “Jaap is daar natuurlijk zwaar op tegen. Hij zegt al die rechtstreekse, domme dingen die volkse mensen zeggen. Daar kregen we toen al commentaar op.”
De acteur benadrukt dat er een verschil is tussen fictie en realiteit. “Ik zeg het niet, de figuur die ik speel zegt het. Al hadden we het als makers wel zelf verzonnen. Vijf minuten voor het einde van de aflevering besluit die man zelf: ‘Nou meneer, ik zie ervan af. Ik woon liever niet in de buurt van iemand als u.’ We hadden het omgedraaid. Ja, natuurlijk was het de bedoeling juist Jaap belachelijk te maken. Hij was altijd het kind van de rekening. Als die aflevering nu toch wordt veroordeeld? Daar heb ik driewerf schijt aan.”
(bron: MSN.com)